Glazen bij het proeven.
Iedereen die gewend is wijn te proeven, weet hoe belangrijk het voor de smaak – en geurbeleving is, uit welk soort “glas” je de wijn drinkt.
Wie daar lacherig over doet, moet nog maar eens een wijn proberen te proeven uit een plastic bekertje of direct uit de fles.
Het maakt dus een verschil van waaruit je de wijn drinkt.
Waar gaat het om? Je wilt geur en smaak proeven. Geur en smaak bepalen het karakter en de intensiteit van de wijn. Dat heeft in ieder geval als consequentie dat alleen taps toelopende glazen geschikt zijn.
Als je wijnen wilt vergelijken (naast elkaar zetten), neem dan identieke glazen, net zo schoon Vul deze altijd even ver. Neem altijd een wit tafelblad voor je of gewoon een wit A-viertje. Kijk hier voor verkeerde proefglazen
Verder is er ook een verschil met de intentie waarmee je wilt proeven.
- Professionele proeverijen: Als je veel wijnen met elkaar wilt vergelijken of je wilt je klanten een kans bieden om veel verschillende wijnen te proeven, dan zijn er een aantal glazen geschikt. Het opvallendste kenmerk is dat de glazen klein zijn. Dan hoeft de hoeveelheid ingeschonken wijn maar weinig te zijn om toch een goede indruk van geur en smaak te kunnen krijgen.
- Horeca of thuis bij de maaltijd: Als je in een restaurant zit en je een aantal wijnen ingeschonken krijgt, dan drink je de wijn op.
- Genieten van een rode topwijn of het genieten van een witte topwijn. En wel vanaf de eerste druppel tot aan de laatste druppel. Dan zul je ook topglazen moeten hebben. Glazen waarin je de wijn kunt walsen en waarin de wijn zich in je glas verder ontwikkelt. Denk aan Riedel glazen van de Vinum-serie tot aan de glazen van de extreme Collection. Als de kiest voor een aantal glazen hiervan, denk dan vooral aan: het Bordeaux-glas, het Bourgogne-glas, het Sauternes-glas en het Barolo-glas. Er zijn natuurlijk ook een aantal fabrikanten die deze glazen namaken. Je weet nu waarom. Gelukkig zijn ze dan vaak goedkoper.